Dagactief. Voortplanting in het najaar. Overwintering als larve. ‘Verse’ dieren kunnen worden gevonden in de voorzomer (Lindroth 1986). De larve is opgenomen in de tabellen van Arndt (1991) en Luff (1993).
Dispersie: dimorf. De macroptere vorm is, althans in Groot-Brittannië, uiterst dun gezaaid (o.a. Luff 1998); ook in Denemarken slechts 1 macroptere op 57 onderzochte exemplaren (Bangsholt 1983) en in België 1 op 30 (Desender 1989a). Bij de soort werden geen vliegspieren geconstateerd. Vliegwaarnemingen zijn dan ook niet bekend.
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.