Overslaan en naar de inhoud gaan

Kleinste dwergloper Microlestes maurus

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Microlestes [genus] (2/2)
maurus [soort]

Xerofiel en thermofiel. Een soort van open terrein met een vrij droge, zandige of grindachtige bodem, meestal met enige bijmenging van klei en aanwezigheid van enig strooisel (Lindroth 1974, 1986). Vaak met beschaduwing van opgaande, kruidachtige vegetatie of houtige gewassen, ook op licht beschaduwde plaatsen, tussen dode bladeren, bijvoorbeeld onder struiken. In Midden-Europa in het heuvelland en het montane gebied tot ca. 1000 m, bij uitzondering tot subalpien (Burmeister 1939). In Zwitserland vooral op zonnige leemgronden met een ijle vegetatie van grassen en kruiden (Marggi 1992). Brakman (1940) meldde een aantal Nederlandse vangsten, o.a. uit aanspoelsel in juli en augustus 1939, onder wilgenschors in april 1940 en onder oude zakken in mei 1940, alle uit Zeeland.

Vangpotten. Groep: Z(D) (4 series, 10 individuen). De weinige vangsten komen uit duinstruweel [10], oud naaldbos [17] en grasland met kruiden [26]. De enige overeenkomst tussen deze vangplekken is, dat het hier om tenminste licht beschaduwde plaatsen gaat. Eurytopie, Bodem, Vocht en Begeleiders: onvoldoende gegevens.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.