Overslaan en naar de inhoud gaan

Pekbruine bosloper Molops piceus

Foto: Tim Faasen

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Molops [genus] (2/1)
piceus [soort]

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Molops [genus] (2/1)
piceus [soort]

Stenotope bossoort van donkere, koele en vochtige, maar niet te natte bossen, voornamelijk oude Fagetalia (Thiele 1977). Gemiddelden uit preferentieproeven over zes jaar lieten zien dat het hier om een lichtschuwe en koudepreferente soort gaat met een temperatuurvoorkeur van 16,6-17,8°c en een voorkeur voor een luchtvochtigheid van 74-79% (Thiele 1977). Voornamelijk, maar niet uitsluitend montaan (Burmeister 1939, Horion 1941). In België vooral op kalkbodems boven de 200 m en in gebieden met meer dan 20% bos (Desender 1986). Vooral in oude gemengde of loofbossen, in Zwitserland tot aan de boomgrens (ca. 1800 m) (Marggi 1992).

Vangpotten. Groep: D3 (6 series, 47 individuen). In Nederland beperkt tot het eiken-haagbeukenbos [20]. Eurytopie: te weinig gegevens (PRES = 0,03 en SIM = 0). Bodem: leem. Vocht: 3. Begeleiders: onvoldoende gegevens.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.