Overslaan en naar de inhoud gaan

Geelrandkortnek Nebria livida

Indeling

Carabinae [subfamilie]
Nebria [genus] (4/3)
livida [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieCarabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera)
ExpertTurin, H.

Areaal

Palearctisch. Van Europa via Siberië tot Japan. Niet in het noorden van Fennoscandië. Ontbreekt ook in Frankrijk (behalve het noordoosten) en geheel Zuid-Europa. Areaalkarakteristiek: 7, Nederland (sub)marginaal.

Verspreiding in Nederland

Bij ons komt in hoofdzaak de vorm lateralis voor. Door Krikken (JK) werden in 1973-1975 verscheidene exemplaren van de nominaatvorm gevangen in een inmiddels dichtgegroeide kleiput bij Zwilbroek (Gelderland). Deze vorm is, temidden van een meerderheid van f. lateralis, eveneens in de jaren zeventig in Zuidelijk Flevoland aangetroffen (HT). Verder in hoofdzaak in het midden en het noorden van het land. In Nederland geen duidelijke voorkeur voor de kust (Turin 1991). In het omliggende gebied zeer zeldzaam. Op de Britse Eilanden voornamelijk aan de Engelse kust van Norfolk tot Yorkshire; slechts enkele binnenlandse vondsten (Luff 1998). In Denemarken aan de kust, maar ook in het binnenland (Bangsholt 1983). In Fennoscandië zeldzaam in het zuiden van Zweden tot 60° noorderbreedte en het zuiden van Finland; zeer incidenteel langs de zuidkust van Noorwegen waargenomen (Lindroth 1945, 1985). In Duitsland volgens Horion (1941) vooral aan de kust van de Oostzee, maar zeldzaam in het binnenland langs rivieren en in groeven. Thans staat hij in Baden-Württemberg op de Rode Lijst (Trautner 1992b). Uit Westfalen zijn slechts incidentele vondsten gemeld (Rudolph 1976). Volgens Rudolph (1970) lijkt de habitat van Nebria livida sterk op die van de Zuid-Europese kustsoort Eurynebria complanata. In Zwitserland, waar hij alleen in het uiterste noordoosten aan de Bodensee voorkomt (Marggi 1992), wordt de soort met uitsterven bedreigd. In België ook slechts één oude melding van de kust (Desender 1986). Op de faunalijst van Vlaanderen ontbreekt hij echter (Desender et al. 1995).

Status: de soort vertoont geen achteruitgang. Omdat hij plaatselijk nu en dan in grote aantallen kan optreden, kunnen we veronderstellen dat we hier met een echte kolonisator te maken hebben.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.