Overslaan en naar de inhoud gaan

Duinhalmklimmer Ophonus cordatus

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Ophonus [genus] (13/10)
cordatus [soort]

Indeling

Harpalinae [subfamilie]
Ophonus [genus] (13/10)
cordatus [soort]

Thermofiel. In de kuststreken van West-Europa gebonden aan fijn duinzand (Brakman 1952, 1963, Lindroth 1974, Luff 1998), zonder echter direct aan de kust of zout gebonden te zijn. In het binnenland in hoofdzaak een soort van warmtegebieden in het heuvelland en het middelgebergte, vooral in lichte, open vegetaties op kalkrijke bodem (Burmeister 1939, Marggi 1992). De Nederlandse waarnemingen passen zeer goed in dit beeld.

Vangpotten. Groep: B1 (13 series, 49 individuen). De vangsten komen alle van terreinen aan de kust, met name uit de zeereep en het duingrasland [7-8]. Eurytopie: 3 (PRES = 0,9 en SIM = 0,26). Bodem: zand, en Vocht: 1. Begeleiders: Masoreus wetterhalii 100% (8,8%), Amara curta 92,3% (4,7%), Calathus erratus 92,3% (1,9%), Calathus fuscipes 92,3% (2,1%), Calathus melanocephalus/cinctus 92,3% (1,4%), Harpalus servus 92,3% (5,8%), Syntomus foveatus 84,6% (3%), en Amara lucida 76,9% (9,5%)

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.