Overslaan en naar de inhoud gaan

Tweestreepknotje Paratachys bistriatus

Indeling

Trechinae [subfamilie]
Paratachys [genus] (2/2)
bistriatus [soort]

Op vochtige, zandige of kleiige bodem langs stilstaand of stromend water. In het noorden van het verspreidingsgebied ogenschijnlijk meer aan de zeekust, maar wel langs zoet water (Lindroth 1974, 1985). Larsson (1939) geeft een beschrijving van een vangplaats met steile kleiwanden langs de Deense kust, waar de soort diep in spleten en krimpscheuren, soms in aantal gevangen werd. In Kareliƫ en Midden-Europa ook langs rivieroevers vanaf het heuvelland tot in het montane gebied, tot ca 800 m (Burmeister 1939, Marggi 1992). In Zwitserland eveneens bewoner van lemige of zandig-modderige, enigszins beschaduwde oevers, meestal op niet te grote afstand van het water (Marggi 1992). Horion (1954) en Lindroth (1945) meldden de soort echter ook als regelmatige bewoner van bosranden en open venige plekken in bossen, op grote afstand van water.

Vangpotten. Niet gevangen.

Bron

Auteur(s)

Turin, H.

Publicatie

  • Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.