Tupiocoris rhododendri leeft zoöfaag op rododendron Rhododendron sp. In Noord-Amerika komt ze voor op R. maximum en R. periclymenoides (Wheeler & Henry, 1992). Ze leeft van bladluizen (Illionia lambersi) en ander kleine insecten die vastkleven aan de kleverig behaarde groeitoppen van de waardplant (Dolling, 1972; McGavin, 1982). In Noord-Amerika prederen nimfen en adulten de trips Heterothrips azalea op azalea’s (Braman & Beshear, 1994). De eieren overwinteren en komen begin mei uit; de nimfen zijn opvallend rood van kleur. Volwassen dieren zijn waargenomen van eind mei tot eind juli (Databank Werkgroep Heteroptera, EIS-Nederland, stand 1 oktober 2010), in Engeland tot in september. Wheeler (2000) geeft een samenvatting van de biologie.
Bron
Auteur(s)
Aukema, B.