Overslaan en naar de inhoud gaan

Grote borstelige graafwants Microporus nigrita

Foto: Martien van den Heuvel

Indeling

Cydnidae [familie]
Microporus [genus] (1/1)
nigrita [soort]

Indeling

Cydnidae [familie]
Microporus [genus] (1/1)
nigrita [soort]

Herkenning 4,1-5,2 mm. Door zijn kleine formaat, de doorns op de poten, het geheel zwarte lijf en de doorntjes op de voorrand van de kop alleen te verwarren met Byrsinus flavicornis. Bij deze laatste soort lopen de doorntjes op de voorrand van de kop niet door tot op de tylus terwijl bij M. nigrita ook de tylus bezet is met doorns.

Voorkomen Zeer zeldzaam en sinds 1981 niet meer waargenomen; verspreid op de binnenlandse zandgronden waargenomen met enkele waarnemingen uit de kuststreek van Zeeland en Zuid-Holland.

Biotoop Open duinen en stuifzanden, leeft in de bodem van plantenwortels en tijdens de paringstijd en bij warm weer vaak te vinden onder bladrozetten.

Fenologie adult Overwintert als adult en kan nagenoeg het gehele jaar als volwassen dier worden aangetroffen maar wordt het meest in het voorjaar gevonden tijdens de paringstijd.