Overslaan en naar de inhoud gaan

Knoopkruidschildwants Carpocoris purpureipennis

Foto: Martien van den Heuvel

Indeling

Pentatomidae [familie]
Carpocoris [genus] (2/2)

Herkenning 11,0-13,0 mm. Breed gebouwde wants met duidelijk uitstekende schouders en antennen die op het eerste segment na geheel zwart zijn. Het breedste punt van het borststuk ligt op of voor het midden; het connexivum steekt ver onder de voorvleugels uit en is geblokt. De kleur is variabel maar vaak is het corium en een deel van het borststuk wijnrood waardoor het geelgroene schildje duidelijk afsteekt; de punten van het halsschild zijn deels zwart. Kan verward worden met C. fuscispinus maar deze heeft roomgele tot bruinsuède tinten, een minder sterk geblokt connexivum en heeft een nog breder halsschild. Bij C. purpureipennis ligt de buitenste hoek van de vleugel ongeveer op tweederde van de afstand tussen de buitenste punt van het schildje en de schouderpunt (ongeveer op de helft bij C. fuscispinus). Ook verschilt de vorm van de zwarte vlek op de schouders: bij C. purpureipennis loopt deze op de zijrand van het halsschild vooral naar voren uit en is de binnenzijde van de vlek hol; bij C. fuscispinus loopt de vlek vooral naar achteren uit en is de binnenzijde van de vlek vaak iets bol.

Voorkomen Niet zeldzaam in Limburg en recent daarbuiten alleen een enkele keer in Noord-Brabant op de grens met Limburg aangetroffen.

Biotoop Bloemrijke graslanden en ruigtes.

Fenologie adult In Nederland waargenomen van mei tot oktober met een piek in augustus.