Overslaan en naar de inhoud gaan

Beemdkroonschildwants Carpocoris fuscispinus

Foto: Bert Oving

Indeling

Pentatomidae [familie]
Carpocoris [genus] (2/2)

Indeling

Pentatomidae [familie]
Carpocoris [genus] (2/2)

Herkenning 11,0-13,5 mm. Breed gebouwde wants met duidelijk uitstekende schouders en antennen die op het eerste segment na geheel zwart zijn. Het breedste punt van het borststuk ligt op of voor het midden; het connexivum steekt ver onder de voorvleugels uit en is (vaag) geblokt. De kleur is variabel maar vaak heeft ze roomgele tot bruinsuède tinten; de punten van het halsschild zijn deels zwart. Kan verward worden met C. purpureipennis maar deze heeft een veel sterker geblokt connexivum en een minder breed halsschild. De brede "schouders" van C. fuscispinus maken dat de buitenste hoek van de vleugel ongeveer midden tussen de buitenste punt van het schildje en de schouderpunt ligt (ongeveer op tweederde van die afstand bij C. purpureipennis). Ook verschilt de vorm van de zwarte vlek op de schouders: bij C. fuscispinus loopt deze op de zijrand van het halsschild vooral naar achteren uit en is de binnenzijde van de vlek iets bol; bij C. purpureipennis loopt de vlek naar voren uit en is de binnenzijde hol.

Voorkomen Zeer zeldzaam, recent alleen verspreid waargenomen langs de oostgrens van Drenthe tot in Zuid-Limburg

Biotoop Bloemrijke graslanden en ruigtes.

Fenologie adult Overwintert als adult. In Nederland vooral waargenomen van juli tot in september.