Stephanitis pyrioides leeft fytofaag op de onderzijde van het blad van azalea-soorten Rhododendron sp. Ze komt voor op soorten die hun blad verliezen, onder andere R. calendulaceum, R. molle en R. schlippenbachii, maar ook op soorten die dat slechts gedeeltelijk doen, zoals Azaleaamoena, A. indica, R. mucronatum en R. yedoense (Péricart, 1983). Ook wordt ze vermeld van twee andere Ericaceae: Lyonianeziki en Kalmialatifolia (Takeya, 1963; Stonedahl et al., 1992). De zuigactiviteit resulteert door het onttrekken van bladgroen in een duidelijk zichtbaar, dicht patroon van witte vlekjes op de bovenzijde van de bladeren (chlorosis). De onderzijde van aangetaste bladeren is bezaaid met zwarte uitwerpselen en vervellingshuidjes. Ze heeft afhankelijk van de omstandigheden twee tot drie generaties per jaar en de eieren overwinteren in het blad van de waardplant. Volwassen dieren zijn in Nederland waargenomen in september, oktober en december (Aukema & Hermes, 2006).

Bron

Auteur(s)

Hermes, D.J., Aukema, B.