De soort komt tamelijk veel voor in ons land op de hogere gronden. Er zijn geen vondsten bekend van de waddeneilanden en de kleigebieden. Het aantal recente vondsten is echter veel kleiner dan het aantal oudere vondsten. De soort lijkt zich teruggetrokken te hebben in het oosten van het land. Uit het westen en het centrum van Nederland zijn geen recente vondsten meer gemeld, met uitzondering van Lelystad (1997). De gastheren van deze wespbij komen uit de Andrena ovatula-groep, waarvan de belangrijkste Andrena wilkella is. Andere gastheren zijn A. gelriae, A. similis en vermoedelijk ook A. intennedia. Wellicht behoort tevens Andrena pandellei tot de gastheren. De vliegtijd is van eind april tot half augustus. Er is een tweetal erg vroege vangsten bekend van Leiden uit maart 1931, waarvan controle gewenst is.
Bron
Auteur(s)
Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.
Publicatie
- Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.