Nomada rufipes is qua formaat een erg variabele soort. Zij komt in ons land voor op de pleistocene zandgronden. Met name in heidevelden kan de soort talrijk zijn. Er is een tweetal vindplaatsen bekend uit de kuststreken: De Zilk (Amsterdamse Waterleiding duinen) en van Ameland. Het aantal recente vondsten is echter ten opzichte van de periode daarvoor (1950 1980) slechts één derde,wat zou kunnen duiden op achteruitgang. De belangrijkste gastheer is Andrena fuscipes, die vooral op heide voorkomt. Ook Andrena denticulata wordt genoemd als gastheer. Mogelijk behoort ook Andrena nigriceps tot de gastheren (Peeters 1998). Deze wespbij heeft zijn vliegtijd van eind juni tot eind september. Er is een erg vroege waarneming van eind mei uit de omgeving van Epe (GE).
Bron
Auteur(s)
Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.
Publicatie
- Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.