Eén generatie. Ontwikkelingsduur van onvolwassen stadia als Bombus barbutellus. Nest bovengronds. De koningin bouwt zelf een nest van gras en/of mos in hoge grasachtige vegetaties, soms ook in oude muizennesten. Kolonies klein tot middelgroot, met 50-100 individuen. 'Pocket-maker'. Polylectisch, maar foerageert voornamelijk op lip- en vlinderbloemen. Koninginnen foerageren in het voorjaar op gewone rolklaver, gewone smeerwortel en witte dovenetel. Later in het jaar foerageren ze net als de werksters op rode klaver, veldlathyrus en vogelwikke. Mannetjes bezoeken doorgaans bloemen met minder lange bloembuizen zoals akkerdistel, kruldistel en witte klaver. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de soort in fruitboomgebieden voedsel- concurrentie ondervindt van honingbijen tijdens de nestbouwfase (Mervyn Roos & Theo Peeters, eigen waarneming), waardoor hij op den duur zelfs uit die gebieden zou kunnen verdwijnen. Omdat hoge dijken vaak ideale nestel- en voedselgebieden zijn voor B. ruderarius, hebben hoge begrazingsdruk en intensieve maairegimes een sterk negatieve invloed op het voorkomen.
Bombus campestris parasiteert waarschijnlijk de nesten van deze soort.
Bron
Auteur(s)
Roos, M.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]