Eén generatie. Ontwikkelingsduur van onvolwassen stadia als Bombus barbutellus. De opvallend grote ogen van het mannetje duiden erop dat hij een koningin waarschijnlijk op zicht vindt. Het nest is niet bekend. Het bevindt zich waarschijnlijk ondergronds. 'Pollen-storer'. In kalkgraslanden is de soort aangetroffen op wilde marjolein, knikkende distel en aarddistel. Ondanks de vrij korte tong foerageren vrouwtjes regelmatig op inkarnaatklaver en rode klaver. Werksters hebben een voorkeur voor lipbloemen, zoals smalle raai en zomerandoorn. Ook braam is als voedselplant voor werksters gemeld (Rasmont 1988, Selander & Bryant-Meisner 1909). Van mannetjes zijn slechts knoopkruid en grote centaurie als voedselplanten bekend. Er is geen koekoekshommel van deze soort bekend.
Bron
Auteur(s)
Roos, M.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]