Samen met Bombus pratorum de enige soort in ons land met twee (partiële) generaties. Ontwikkelingsduur van onvolwassen stadia als B. barbutellus. Nestelt zowel onder- als bovengronds. Bouwt soms zelf een nieuw nest, maar betrekt vaker oude nesten van muizen en vogels. Kolonies klein tot middelgroot, met 50-150 individuen. 'Pollen-storer'. Polylectisch. Foerageert voornamelijk op kleine bloemen, maar breekt regelmatig in bij bloemen met lange bloem- buizen (Navarro 2000). In heidegebieden heeft de soort een sterke voorkeur voor nattere delen. Voor de bloei van gewone dophei is sporkehout, met name voor de koninginnen, een van de belangrijkste voedselbronnen. Foerageert in bossen vooral op blauwe bosbes en hengel, in moerassen op moerasandijvie en in veengebieden op moerasspirea en wateraardbei.
uit het buitenland is B. sylvestris als nestparasiet bekend, naast de in ons land niet voorkomende B. flavidus Eversmann, 1852 (Amiet 1996). Gezien de vliegtijd van de vrouwtjes van B. sylvestris zullen de nesten van de eerste generatie mogelijk wel worden geparasiteerd, maar de nesten van de tweede generatie waarschijnlijk niet.
Bron
Auteur(s)
Roos, M.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]