Eén generatie. Mannetjes verschijnen eerder dan vrouwtjes. De soort is gespecialiseerd op sachembijen Anthophora. Zekere gastheer is A. fulvitarsis (Friese, 1923) (niet in Nederland). Zeer waarschijnlijke gastheer is A. furcata; Ostrauskas (2002) vond deze soort massaal in aardappelvelden in Litouwen samen met C. rufescens. Waarschijnlijke gastheren zijn verder Anthophora quadrimaculata en de uit Nederland verdwenen soorten A. bimaculata, A. borealis en A. plagiata. Warncke (1992b) noemt ook A. plumipes. In Engeland parasiteert C. rufescens waarschijnlijk ook bij Megachile centuncularis, M. circumcincta, M. leachella en M. willughbiella (Baldock 2008).
Bron
Auteur(s)
Nieuwenhuijsen, H.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]