Eén generatie. Ontwikkeling van ei tot imago vindt plaats in lente en voorzomer. Paart in nazomer. Volwassen vrouwtjes overwinteren en vliegen vanaf eind maart. Het aantal waarnemingen in het voorjaar is opvallend veel groter dan in de zomer. Koekoeksbij van bodembewonende zandbijen. Sphecodes pellucidus moet de hoofdgastheer Andrena barbilabris in het binnenland delen met Nomada alboguttata. In de duinen bestaat die concurrentie nauwelijks en bovendien is daar ook A. argentata op een aantal plaatsen als gastheer beschikbaar. Westrich (1989b) noemt als mogelijke gastheren tevens A. humilis en A. ventralis, maar A. ventralis houdt zich voornamelijk op in dichtbegroeide, vochtige terreinen, waar S. pellucidus vrijwel niet voorkomt. Andrena bicolor en A. wilkella, die door Celary (1991) als gastheer worden vermeld, zijn evenmin liefhebbers van het stuivende zand waar S. pellucidus hoofdzakelijk wordt aangetroffen. Bloembezoek is bekend van diverse composieten en wilgen, maar ook van ereprijs en muurpeper (Westrich 1989b).
Bron
Auteur(s)
Rond, J. de
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]