Overslaan en naar de inhoud gaan

Dikkopbloedbij Sphecodes monilicornis

Foto: Dick Belgers

Indeling

Halictinae [subfamilie]
Sphecodes [genus] (20/20)

Eén generatie. Ontwikkeling van ei tot imago duurt ongeveer 35 dagen (Sick et al. 1994) en vindt plaats in lente en voorzomer. Paart in nazomer. Volwassen vrouwtjes overwinteren en vliegen vanaf eind maart tot eind juni. Vrijwel aansluitend verschijnen de eerste mannetjes en vrouwtjes van de nieuwe generatie.

Koekoeksbij van bodembewonende groefbijen uit de Lasioglossum calceatum-groep. Binnendringen van nesten is voornamelijk geobserveerd bij L. malachurum, maar in Nederland is de veel algemenere L. calceatum de belangrijkste gastheer. Ook de verwante L. albipes, vermeld door Alfken (1913) en Westrich (1989b), kan hier zeker een belangrijke gastheer zijn. Celary (1991) noemt verder nog L. quadrinotatulum, L. zonulum en Halictus rubicundus als mogelijke gastheren. Hoewel de werksters van haar gastheren zich uitstekend weten te verweren tegen indringers, laat Sphecodes monilicornis zich niet makkelijk weerhouden. Legewie (1925) beschrijft uitvoerig hoe vrouwtjes de nesten van L. malachurum binnendringen en daar een slachting aanrichten onder de werksters. Hoofdzakelijk gevonden op composieten, maar ook op ereprijs, struikhei en zandblauwtje (Westrich 1989b).

 

Bron

Auteur(s)

Rond, J. de

Publicatie