Herkenning Er komen verschillende soorten zandbijen voor in tuinen, waarvan de mannetjes sterk op elkaar lijken. Verwarring is mogelijk met de honingbij, zijdebijen, groefbijen en de pluimvoetbij. De honingbij verschilt van zandbijen door de behaarde ogen. Zijdebijen en pluimvoetbijen verschillen van veel soorten zandbijen door de doorlopende lichte haarbandjes op het achterlijf. Vrouwtjes groefbijen verschillen doordat zij een lengtegroefje middenop het laatste achterlijfssegment hebben. De meest betrouwbare kenmerken zitten in de vleugeladering. Zandbijen hebben drie cubitaalcellen, waarvan de middelste duidelijk kleiner is dan de andere twee. Pluimvoetbijen hebben er twee. Bij zijdebijen zijn de tweede en derde ongeveer even groot. Groefbijen verschillen van zandbijen doordat de binnenste ader van de submarginaalcellen duidelijk gebogen is (recht bij zandbijen).

Voorkomen Algemeen en wijd verspreid in heel Nederland.

Biotoop Allerlei open en beboste terreinen.

Nestelwijze Nestelen in zelfgegraven gangen in de grond.

Vliegtijd Vliegen van maart tot en met augustus. Vliegtijd en verschillen sterk per soort.

Bron

Auteur(s)

Reemer, M.