Een grote zandbij met bij de vrouwtjes een deels rood achterlijf en bij de mannetjes een geelwit kopschild. De knautiabij vliegt vrijwel uitsluitend op beemd kroon (Knautia arvensis) en dankt daar haar Nederlandse naam aan. Tegenwoordig is deze soort beperkt tot het zuidoosten van ons land. Buiten Zuid-Limburg zijn recente waarnemingen beperkt tot bloemrijke rivierdijken langs de Maas en een enkele plek langs de Rijn. Dit voorkomen overlapt met de hoofdver spreiding van beemdkroon. De knautiabij nestelt solitair in droge graslanden, vaak op hellingen. Als koekoeksbij is Nomada annata bekend. De knautiabij is een oligolectische soort en vliegt naast beemdkroon ook op duifkruid Scabiosa columbaria, gewoon knoopkruid Centaurea jacea en grote centaurie C. scabiosa. Gezien de verspreiding, zijn de beide een taurie -soorten niet in staat om een populatie van de knautiabij in stand te houden. Duifkruid bloeit der mate laat dat alleen de allerlaatste vrouwtjes hiervan kunnen profiteren. Momenteel vormt de voortschrijdende achteruitgang van beemdkroon de ernstigste bedreiging voor de knautiabij.
Bron
Auteur(s)
Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.
Publicatie
- Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.