Fors, borststuk en eerste twee achterlijfssegmenten bruin behaard, rest van achterlijf zwart behaard. Mannetje met kleine tand aan kaakbasis. Vrouwtje in het veld vooral door vroege vliegtijd, specifiek bloembezoek en habitat te onderscheiden van andere soorten uit de helvola-groep. Vrouwtje te verwarren met Andrena lapponica, afgevlogen exemplaren van A. praecox en Colletes cunicularius. Lengte 10-13 mm. Het is nog niet duidelijk of we in ons land te doen hebben met twee soorten (naast A. apicata ook A. batava; Kocourek 1966, Schmid-Egger & Scheuchl 1997) of met variëteiten van eenzelfde soort (Dylewska 1987, Gusenleitner & Schwarz 2002, Warncke 1967, Westrich 1989b). In Nederland onderscheiden we nu één soort.
Bron
Auteur(s)
Peeters, Th.M.J.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]