Overslaan en naar de inhoud gaan

Geelstaartklaverzandbij Andrena wilkella

Foto: Dick Belgers

Indeling

Andreninae [subfamilie]
Andrena [genus] (88/77)
wilkella [soort]

Eén generatie. Overwintert als larve, verpopt tussen half maart en half april. Imago's verschijnen ongeveer een maand clater (Meidell 1967). Mannetje patrouilleert langs voedselplanten (Müller et al. 1997), solitaire struiken, kleine loofbomen en struweelranden, waar hij geurvlaggen afzet om vrouwtjes te lokken. Hij keert steeds weer terug naar de gemarkeerde plaatsen via een min of meer vaste route. De geurvlaggen trekken ook andere mannetjes aan, die op dezelfde locatie ook hun geurvlaggen af kunnen zetten, en hierdoor zwermen de mannetjes door elkaar. Paringen worden langs deze vliegroutes weinig waargenomen (Tengö et al. 1990). Nesten worden solitair of in grote aggregaties gegraven in verschillende grondsoorten op niet al te dicht begroeide plaatsen, bijvoorbeeld steilwanden, open heideterreinen, zandpaden en oude molshopen (Perkins 1918, 1919, Westrich 1989b; Anne Jan Loonstra, eigen waarneming). Oligolectisch op vlinderbloemen (Chambers 1968, Van der Vecht 1928b, Westrich 1989b) . In Nederland vliegt de soort met name op vlinderbloemen zoals gewone rolklaver, rode klaver en witte klaver (Peeters & Reemer 2003, Van der Vecht 1928b), maar soms ook op andere plantenfamilies (Chambers 1968, Dylewska 1987, Van der Vecht 1928B, Westrich 1989b). Om op vlinderbloemen bij het stuifmeel te komen drukt het vrouwtje de kiel met de midden- en achterpoten naar beneden, waardoor stamper en meeldraden tevoorschijn komen (Müller et al. 1997).

Broedparasiet is zeer waarschijnlijk Nomada striata (Perkins 1919, Stöckhert 1933 & Van der Vecht 1928b, Westrich 1989b) mogelijk ook Sphecodes reticulatus (Vegter 1993). De waaiervleugelige Stylops melittae is endoparasiet van de volwassen bijen (Perkins 1919).

 

Bron

Auteur(s)

Loonstra, A.J.

Publicatie