Borststuk bij vrouwtje op bovenzijde zwart behaard, propodeum en zijkanten van borststuk lichtbruin behaard. Tergiet 1-4 met crèmekleurige haarbandjes, scopa bruin. Borststuk bij mannetje bruin behaard. Tergiet 2-4 met smalle witte haarbandjes, in het midden vaak onderbroken. Labrum met grote naar boven gerichte uitstulping. Late vliegtijd en foerageren op composieten zijn ondersteunend bij velddeterminatie (Raemakers 2000). In het veld te verwarren met Andrena nigriceps, maar die mist zwarte beharing op borststuk en heeft bredere en langere haarbandjes op achterlijf. Lengte vrouwtje 10-11 mm, mannetje 9-10 mm.
Bron
Auteur(s)
Loonstra, A.J.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]