Twee generaties. De tweede generatie is partieel (Westrich 1989b). Nestelt in bestaande holten, zowel in holle plantenstengels als in steilwanden en muren (Janvier 1972, Koster 1986, Westrich 1989b) . Ook kunstmatige nestelgelegenheid wordt geaccepteerd (Tscharntke et al. 1998). Nestholten met een diameter van 3-4 mm worden hierbij het meest bezet (Ruszkowski et al. 1996). Anders dan bij de meeste soorten zijn de broedcellen vaak onregelmatig over het nest verdeeld (Westrich 1989a). Verzamelt stuifmeel op Reseda-soorten, in Nederland op wilde reseda, wouw en in tuinen op de tuinplant witte reseda en soms tuinreseda. In ons land bepalen deze planten in grote mate de aan- of afwezigheid van deze maskerbij.
Bron
Auteur(s)
Raemakers, I.P.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]