Het vrouwtje van L laevigatum is te herkennen aan de twee korte brede dooms op de achterrand van het borststuk. Er zijn slechts zeven exemplaren bekend van vijf vindplaatsen in Zuid- en Midden-Limburg, gevangen tussen 1893 en 1949. De soort nestelt solitair, bij voorkeur in leemachtige grond. Het is een polylectische soort. Koekoeksbijen zijn niet bekend. In Baden-Württemberg verschijnen de bevruchte vrouwtjes eind maart te vliegen, de mannetjes en jonge vrouwtjes vanaf eind juli tot eind september.
Bron
Auteur(s)
Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.
Publicatie
- Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.