L lineare komt alleen in Zuid-Limburg voor. De laatste melding betreft een mannetje uit Wahlwiller uit 1978. De soort houdt van warme plekken. De nesten zijn voorzien van een schoorsteentje en worden gebouwd in zandige of lemige bodem, soms in grote groepen bij elkaar. Uit Nederland zijn geen nesten bekend. Het is een polylectische, sociaal levende soort. De vrouwtjes overwinteren in groepjes waarvan er één koningin wordt, die de andere tot werksters maakt. In juni verschijnt de volgende generatie die bijna geheel bestaat uit vrouwtjes die onbevrucht blijven en als werkster fungeren. Zij zorgen voor het broed van de volgende generatie die uit mannetjes en vrouwtjes bestaat Deze gaan na paring in winterrust (vrouwtjes) of gaan dood (mannetjes). Van L lineare zijn geen koekoeksbijen bekend.
Bron
Auteur(s)
Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.
Publicatie
- Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.