Overslaan en naar de inhoud gaan

Waddenmetselbij Osmia maritima

Indeling

Megachilinae [subfamilie]
Osmia [genus] (15/12)
maritima [soort]

Eén generatie. De ontwikkeling van ei tot imago verloopt snel en overwintering vindt plaats als imago in een cocon. Mannetjes verschijnen 5-7 dagen voor de vrouwtjes. De levensduur van mannetjes is 4-5 weken, van vrouwtjes 7-8 weken. Mannetjes bezetten vaste vluchtbanen langs favoriete voedsel- en rustplekken. Hier zoeken ze niet alleen naar onbevruchte vrouwtjes, maar verjagen ze ook andere mannetjes van hun route. Bij mooi weer maken ze 16-18 patrouillevluchten per uur. De zelfgegraven nestgang is kort en bevat aan het eind doorgaans één broedcel. Broedcellen zijn opgebouwd uit fijngekauwd blad, vermengd met wat zand. Het bladmateriaal is hoofdzakelijk afkomstig van hondsviooltje, maar ook teunisbloem wordt gebruikt. Bij goede weersomstandigheden kan een cel per dag worden gebouwd, wat neerkomt op gemiddeld 22 vluchten voor het verzamelen van plantenmastiek en 24 voor de voedselbevoorrading. Twee vrouwtjes bouwden gedurende hun leven 32 broedcellen, waarvan vier niet volledig voltooid werden. Dit komt neer op circa I4 potentiële nakomelingen per vrouwtje. Polylectisch, maar in Nederland uitsluitend op gewone rolklaver waargenomen (vier waarnemingen). Op de Duitse waddeneilanden worden vooral gewone rolklaver en duinroosje bezocht (Haeseler 1982b). Andere stuifmeelbronnen zijn onder andere muizenoor, rode klaver, smalle wikke en zilverschoon (Westrich 1989b).

Stelis ornatula is als koekoeksbij uit de nesten gekweekt (Haeseler 1982b). Daarnaast worden de knotswespen Sapyga quinquepunctata en S. similis als broedparasieten genoemd (Van der Zanden 1982).

 

Bron

Auteur(s)

Raemakers, I.P.

Publicatie