Het vrouwtje van de gehoornde metselbij is een prachtig roodzwart behaarde bij van 10-15 mm groot en heeft twee hoorns op het kopschild (clypeus). Het is nog onduidelijk of deze structuren een rol spelen bij het verzamelen of transporteren van pollen. Ze komt verspreid over vrijwel het hele land voor en is vooral bekend van stedelijke gebieden. Er zijn weinig waarnemingen bekend uit de kuststreek en uit het zuidwesten en noordoosten van Nederland. De gehoornde metselbij bouwt haar nest in bestaande holten en gebruikt daarvoor vochtig zand of klei. Osmiacomuta is een polylectische soort. Het fruitvliegje Cacoxenus indagator (Drosophilidae), de mijt Chaetodactylus osmiae en enkele kleine parasitaire hymenoptera belagen het nest. Vroegste vangst is een vrouwtje op 18 februari 1936 te Rhenen. De exemplaren uit juli en augustus moeten nog gecontroleerd worden.
Bron
Auteur(s)
Raemakers, I.P.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, K. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland Naturalis Biodiversity Center & EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongwervelden, Leiden. [link]