De soort is gemakkelijk te verwarren met Osmiauncinata. Genitaalonderzoek is essentieel om de mannetjes met zekerheid op naam te brengen. Oude opgaven moeten gecontroleerd worden. Osmia papietina is een zeldzame verschijning in ons land. Ze is recent gevonden in de Amsterdamse Waterleidingduinen (1994) en Meijendel (1998). De soort nestelt in oude stammen van (naald-)bomen. Lefeber vermeld (1971) de kweek van 3 vrouwtjes uit een weipaaltje. Het is een polylectische soort, met voorkeur voor vlinderbloemen (Fabaceae). Broedparasieten zijn de knotswesp Sapyga similis en de goudwesp Chrysura austriaca. De waarneming van een mannetje uit begin juli moet nagekeken worden. Westrich meldt echter ook mannetjes van half augustus.
Bron
Auteur(s)
Raemakers, I.P., Smit, J.
Publicatie
- Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.