De kattenstaartbij is in Nederland vooral langs rivieren en beken in het zuidoosten aangetroffen. Uitzonderingen zijn de vondsten van mannetjes in Meijendel (1919, 1954), Denekamp (1921), Volthe (1950) en Sellingen (1974). Het nest wordt gegraven in de grond. Het is een monolectische soort, die in ons land uitsluitend op grote kattenstaart Lythrum salicaria vliegt. De vrouwtjes dragen na bloembezoek dan ook opvallende groene pollenklompjes aan de achterpoten. De mannetjes patrouilleren vaak in aantal rond groepjes kattenstaart. Koekoeksbij is waarschijnlijk Nomada flavopicta.
Bron
Auteur(s)
Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.
Publicatie
- Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.