Overslaan en naar de inhoud gaan

Lathyrusbij Megachile ericetorum

Foto: Dick Belgers

Indeling

Megachilinae [subfamilie]
Megachile [genus] (18/15)
ericetorum [soort]

De lathyrusbij is in Nederland voornamelijk in het zuidoosten aangetroffen, waar ze plaatselijk talrijk kan zijn. De enige melding uit het noorden is van Leeuwarden. De soort nestelt inbestaandeholten onder- of bovengronds en legt daarin een rijbroedcellen aan. Verhoeff (1943) beschrijft de nestbouw in opgehangen tonkinstokken van 9 mm doorsnede. De broedcellen (vier per stok) worden gemetseld van klei en aan de binnenkant met harsbestreken. De broedcellen zijn ca. 15 rum langen het ei ligt op een stuifmeelklomp met een zeer hoog nectargehalte. Tussen de afsluitprop van de nestholte en de laatst gemaakte cel bestaat een lege ruimte van 3 cm. Het is een oligolectische soort die vliegt opalledei vlinderbloemen (Fabaceae), bij voorkeur Lathyrus-soorten, zoals siererwt Lathyrus odoraws in tuinen (Benno 1952). De kegelbij Coelioxys aurolimbata is als koekoeksbij bekend.

Bron

Auteur(s)

Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.

Publicatie