Megachile versicolor komt verspreid voor op de hogere zandgronden en kustduinen. Het is één van onze algemeenste behangersbijen. De soort nestelt in dood hout. Lefeber (schrift. meded.) meldt de vondst van een nest van deze soort, en dus niet van Megachile lapponica (zie Lefeber 1979b), uit de stengel van een speerdistel Cirsium vulgare bij het Lauwersmeer. Het is een polylectische soort. Janzon & Svensson (1984) kweekten Coelioxys mandibularis uit nesten die bewoond waren door Osmia leucomelana en Megachile versicolor, maar die merkwaardige kweek is nooit bevestigd. Benno (1948) vermeldt dat hij reeds in mei en juni dieren vond die afgevlogen waren. Waarschijnlijk is de soort partieel bivoltien.

Bron

Auteur(s)

Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.

Publicatie

• Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.