Overslaan en naar de inhoud gaan

Grote behangersbij Megachile lagopoda

Foto: Tim Faasen

Indeling

Megachilinae [subfamilie]
Megachile [genus] (18/15)
lagopoda [soort]

Eén generatie. Vliegt in Duitsland en Zwitserland van juni tot augustus (Amiet et al. 2004, Westrich 1989b). Megachile lagopoda Nesten worden aangelegd in de grond in zelfgegraven gangen of in bestaande holten (Niemela 1936, Nilsson 2010). Het nest is lineair of lineair vertakt met twee tot 12 broedcellen per nest. De individuele broedcellen zijn 12-14 mm lang, 6-8 mm breed en geheel omkleed met in de omgeving verzamelde stukjes blad. De nestafsluiting bestaat uit een prop van 10-15 bladstukjes die aan de randen aan elkaar zijn gekleefd (Banaszak & Romasenko 2001). Polylectisch, maar hoofdzakelijk op composieten, met name distels en knoopkruid (Banaszak & Romasenko 2001, Nilsson 2010, Westrich 1989b). De achteruitgang in Zweden wordt zelfs direct in verband gebracht met het grootschalig verdwijnen van knoopkruidrijke begroeiingen (Nilsson 2010). Het Nederlandse mannetje werd waargenomen op beemdkroon. omdat M. lagopoda relatief vaak in ruderale, tijdelijke successiestadia wordt aangetroffen, vermoedt Nilsson (2010) dat de soort vrij gemakkelijk nieuwe leefgebieden koloniseert. Afstanden tot 10 km zouden gemakkelijk overbrugbaar zijn.

Koekoeksbijen zijn Coelioxys conoidea en C. obtusispina Thomson, 1872 (niet in Nederland) (Banaszak & Romasenko 2001, Nilsson 2010, Westrich 1989b). De laatste soort is binnen Europa alleen uit Zweden bekend. Doronin (1996) meldt op basis van kweekgegevens dat de goudwesp Hedychridium coriaceum eveneens als parasiet optreedt.

 

Bron

Auteur(s)

Raemakers, I.P.

Publicatie