Het mannetje en het vrouwtje van de bonte viltbij zijn zeer verschillend gekleurd. Levende mannetjes hebben opvallend blauwgroene ogen en een oranje achterlijf met zwarte vlekken. Op het borststuk staat een lange bruingele beharing. Het vrouwtje is iets meer gedrongen van uiterlijk en heeft een roodzwart achterlijf met diverse witte haarvlekken. Aan deze viltige vlekken heeft de bonte viltbij haar naam te danken. Deze soort van de hoge zandgronden komt lokaal soms talrijk voor. Vrij veel recente vondsten zijn bekend uit Noord-Brabant en Midden-Limburg. De bonte viltbij wordt aangetroffen op allerlei bloemen. Als gastheer is de slobkousbij Macropis europaea bekend, maar waarschijnlijk parasiteert de soort ook op M.fulvipes.

Bron

Auteur(s)

Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.

Publicatie

• Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.