Komt bijna uitsluitend voor op heidevelden met struikheide. Vliegtijd van half mei tot eind september. De urnvormige nestcellen worden van klei gemaakt. De buitenkant van de urntjes is oneffen, er steken allemaal kleine kleibolletjes uit. Ze worden opgehangen aan oude, droge stengels van struikheide of buntgras. Als prooidieren voor de larven worden rupsen van spanners (Geometridae) gevangen. Kunz (1994) meldt als parasiet de goudwesp Chrysis inaequalis.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Peeters, Th.M.J., Smit, J.T.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.