Zelden op dezelfde plaatsen gevonden als de andere Nederlandse Podalonia-soorten. Ook Lomholdt (1975) vermeldt dat de soort in Scandinavië de stuifzanden langs de kust lijkt te prefereren, waar de beide andere soorten niet voorkomen. De oorzaak van deze uitsluiting is niet precies bekend; de wespen jagen op overeenkomstige prooien, maar verschillen mogelijk subtiel in voorkeuren voor nestplaatsen. P. luffii graaft nesten in steile zandhellingen, vaak in fijn stuifzand en is mogelijk dus meer een pioniersoort in dynamische gebieden dan de beide andere Podalonia-soorten. De soort vliegt in één generatie van eind mei tot half september. In Nederland werd een aardrups van een Agrotis-soort (Noctuidae) als prooi vastgesteld.
Bron
Auteur(s)
Heitmans, W.R.B.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.