Middelgrote, slanke soort met rode poten. Derde en vierde tergiet vaak met witte zijvlekken. Schubben van borststuk zilverkleurig. Tarskam van vrouwtje bestaat uit vier spatelvormige doorns. Mannetje heeft slankere antenne dan dat van E. albonotatum en een wit laatste tergiet. Lengte mannetje 6-9 mm, vrouwtje 8-13 mm.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Nieuwenhuijsen, H.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.