Bewoner van uiteenlopende biotopen: groeven, natte en droge graslanden, heidevelden en vergraste bosranden. Vliegt van half maart tot begin juli (met incidentele vondsten in augustus) in één generatie. Volgens Oehlke en Wolf (1987) overwinteren de volwassen mannetjes en de vrouwtjes in de cellen. Dit moet nader worden onderzocht. De prooi bestaat vooral uit Lycosidae, maar waarschijnlijk ook uit Gnaphosidae en Thomisidae. Gros (1994) noemt ook Liocranidae.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Nieuwenhuijsen, H.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.