Typische vorm meest in rietvegetaties op voedselrijke, vochtige bodems. De variatie cameroni meestal in veen- en heidevegetaties op lage grassen. Gevonden van eind mei tot eind augustus, incidentele vondsten in april, september en november. Een vrouwtje werd op 9 november 1983 uit een bodemval op de Bemelerberg (li) gehaald. Vrouwtjes van de variatie cameroni verschijnen enkele weken eerder dan de typische vorm. In de eerste en tweede decade van juli is een toename van de vrouwtjes van deze algemenere vorm te zien. Bijna alle dieren van augustus en september behoren tot de variatie rufulocolle. Voor een algemene soort als deze is opvallend weinig over gastheren bekend. De soort is in Duitsland uit een Macropsis (Cicadellidae, Macropsinae) gekweekt (Olmi 1984).
Bron
Auteur(s)
Rond, J. de
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.