Volgens de literatuur (Olmi 1994) te verwachten in loofbossen, velden en weidelandschappen. Nederlandse vindplaatsen voornamelijk op droge, kalkrijke bodem. Laatvliegende soort; hoogste aantal mannetjes rond eind juli - begin augustus. In Duitsland werd een Chlorita-soort (Typhlocybinae) als gastheer aangetoond.
Bron
Auteur(s)
Rond, J. de
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.