Gevonden op droge, zandige plaatsen, zoals stuifzanden. Vliegtijd van eind april tot in september. Levenswijze nog niet volledig bekend. Als mogelijke gastheren worden de graafwespen Tachysphex pompiliformis (Morgan 1984), soorten van de T. nitidus-groep en Oxybelus-soorten (Berland & Bernard 1938, Trautmann 1927) gemeld. Ook Peeters vond de soortvaak samen met T. nitidus. Du Buysson (1891-1896) noemt Diodontus tristis als gastheer.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Rond, J. de, Peeters, Th.M.J.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.