Overslaan en naar de inhoud gaan

Trypoxylon clavicerum

Foto: Dick Belgers

Indeling

Crabronidae [familie]
Trypoxylon [genus] (9/5)
clavicerum [soort]

Bewoont zeer uiteenlopende biotopen: zeer warme en droge, maar ook in moerassige gebieden, vaak ook in stedelijk gebied. Vliegtijd van half mei tot begin oktober. Nest in vraatgangen van andere insecten in dood hout of in holle stengels, meestal in verlaten nesten van andere aculeaten. Kunst­matig vervaardigde nestgangen worden ook betrokken. Nestgang negen tot 24 cm lang. Nestelt vaak samen met T. clavicerum en andere aculeaten, zoals de graafwesp Pemphredon, de metselbij Osmia en het maskerbijtje Hyaleus. Prooien zijn een grote verscheidenheid aan kleine spinnensoorten, ongeveer twaalf per cel. Cellen worden afgesloten met een zanderige substantie. Als parasiet zijn bekend de goudwespen Pseudomalus auratus, P. pusillus en Trichrysis cyanea, de bronswesp Eurytoma rubicola (Eurytomidae), de sluipwespen Ephialtes manifestator en Nematopodius (Ichneumonidae) en de dambordvliegvlieg Pachyophthalmus signatus (Sarcophagidae). Nestparasitisme is moeilijk vast te stellen, omdat nesten van verschillende soorten aculeaten bij elkaar in één stengel kunnen voor­komen.

Bron

Auteur(s)

Lefeber, V., Klein, W.F.

Publicatie