Heeft voorkeur voor zandige bodems, en leeft op stuifzanden, in lichte eiken- en dennenbossen en langs warme, luwe bosranden. Gevonden van begin mei tot eind juli. Nest in steile kantjes op het zuiden. Over de prooi weinig bekend. Enkele vrouwtjes zijn gevangen met kleine sprinkhaantjes en er is één waarneming van een vrouwtje met een vlindertje. De goudwesp Chrysis bicolor is als mogelijke parasiet bij de nesten aangetroffen (pers. obs. V. Lefeber).
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Klein, W.F.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.