Achterlijf met witte tot bleekgele tekening. Midden- en achterpoten grotendeels roodbruin en voorzien van gele vlekken. Lengte mannetje 5,5-6 mm, vrouwtje 8-10 mm.
In Europa worden zes ondersoorten onderscheiden, maar hun status is niet geheel duidelijk; sommige auteurs beschouwen ze slechts als kleurvormen. Twee komen in Nederland voor: argentatus en bouwmani Verhoeff, 1948. De vorm argentatus heeft opvallende zilverachtige beharing.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Klein, W.F.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.