Heeft voorkeur voor warme zandgebieden, zoals duinen, heide, zandgroeven en lichte eiken- en dennenbossen op zandgrond. Vliegtijd van eind mei tot half september. Nestelt liefst in wat vastere zandbodems. Als prooien worden de vliegen Chrysomyza sp. (Ulidiidae) en Dryomyzidae genoemd.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Klein, W.F.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.