Kleine zwarte wesp met gele tekening op borststuk, poten en soms ook de kaken. De twee vlekken op het pronotum zijn vaak ivoorwit. De vrouwtjes moeilijk van C. distinguendus te onderscheiden, mannetjes eenvoudig herkenbaar aan hoekige verbreding aan basis van middendij. Lengte mannetje 5-7 mm, vrouwtje 5-7,5 mm.
In Europa drie ondersoorten. De populaties in Centraal-Europa en de Benelux behoren tot de ondersoort C. e. elongatulus (Richards 1928).
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Klein, W.F.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.