Heeft voorkeur voor zonnige plekken in bosranden, braakliggende terreinen, zandgroeven, parken en tuinen, vaak in stedelijk gebied. Vliegt van begin april tot eind oktober. Nestelt oorspronkelijk in de grond, maar heeft zich aangepast aan menselijke bebouwing en nestelt ook vaak in holtes van stenen muren en zelfs in oud timmerhout. Mogelijk maken meerdere vrouwtjes gebruik van eenzelfde nestingang die naar de nestcellen leidt (communaal nestelen). Prooien bestaan uit vliegen van de families Agromyzidae, Chloropidae, Dolichopodidae, Empididae, LauxanidaeenStratiomyidae. Als parasiet is de dambordvlieg Macronychia polyodon (Sarcophagidae) vastgesteld.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Klein, W.F.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.