Bewoner van warme en droge zand- en leemgebieden, ook in stedelijk gebied. Vliegt van eind april tot begin november. Nestelt in de grond. Hoofdgang gaat ca. 10 cm de grond in met aan het einde. korte zijgangen waarin maximaal negen nestcellen worden aangelegd, elk bevoorraad met zeven tot 14 kleine vliegen en muggen van families als Empididae, Drosophilidae, Dolichopodidae, Simuliidae enTrypetidae.
Bron
Auteur(s)
Lefeber, V., Klein, W.F.
Publicatie
- Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, H.H.W. Velthuis 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). Nederlandse Fauna 6: 1-507. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey - Nederland.