Overslaan en naar de inhoud gaan

Crossocerus capitosus

Indeling

Crabronidae [familie]
Crossocerus [genus] (27/26)
capitosus [soort]

Bewoner van bosranden en kaalgekapte percelen, ook in stedelijk gebied. Vliegt van begin mei tot eind augustus. Nesten in met merg gevulde plantenstengels van bijvoorbeeld es, framboos, vlier, gelderse roos en Rhus. Verder gekweekt uit dood hout van berk, meidoorn en wilg, en een enkele maal uit een eikengal. Nest langwerpig, bevat tot 18 cellen. Gemengde nesten van C. capitosus en Rhopalum clavipes zijn bekend. Prooien bestaan uit kleine vliegen en muggen van vele families (Agromyzidae, Chironomidae, Empididae, Tipulidae), soms ook uit bladvlooien (Psylloidea). Als parasieten zijn de bronswesp Diomorus armatus (Torymidae) en de dambordvliegen Macronychia sp. en Oebalia sp. (Sarcophagidae) bekend. Heeft vaak last van grote aantallen mijten (Acarina: Tyroglyphidae) (Maréchal 1927). 

Bron

Auteur(s)

Lefeber, V., Klein, W.F.

Publicatie